Heeft u als voetganger of fietser letselschade opgelopen in het verkeer? U wordt door de wet extra beschermd!

Op de drukke Nederlandse wegen komt een breed scala aan verkeersdeelnemers voorbij, waaronder auto’s, vrachtwagens, trams, bussen, scooters, (elektrische) fietsen en voetgangers. Vooral voor voetgangers en fietsers is het verkeer vol risico’s. Het is voor gemotoriseerd verkeer van vitaal belang om voorzichtig te zijn in de buurt van voetgangers en fietsers, aangezien zij bij een ongeval een grotere kans hebben op verwondingen. Ook in de wet worden ongemotoriseerde verkeersdeelnemers extra bescherm. Het gaat om regels omtrent de aansprakelijkheid bij verkeersongevallen, die zijn neergelegd in artikel 185 van de Wegenverkeerswet 1994 (Wvw).

Geen schuld, toch schadevergoeding
Volgens artikel 185 Wvw is de bestuurder van een motorrijtuig in beginsel aansprakelijk voor een ongeval met een ‘zwakkere verkeersdeelnemer’, zoals een fietser of een voetganger, zelfs als het ongeval niet zijn schuld is. Automobilisten zijn aansprakelijk op basis van hun rol als gemotoriseerde verkeersdeelnemer en niet – zoals in het aansprakelijkheidsrecht gebruikelijk is – vanwege het overtreden van (verkeers)regels. Deze vorm van aansprakelijkheid wordt risicoaansprakelijkheid genoemd. Zo kan het zijn dat bij een ongeval dat ontstaat doordat een fietser door het rode licht rijdt en de automobilist hem niet meer kan ontwijken, de automobilist toch (deels) aansprakelijk is voor het ongeval.

Kinderen onder de 14 jaar genieten in het verkeer volledige wettelijke bescherming. Bij een ongeval met een motorrijtuig is de bestuurder altijd volledig aansprakelijk. Indien de zwakkere verkeersdeelnemer ouder is dan 14 jaar, geldt minimaal 50% van de aansprakelijkheid voor de gemotoriseerde verkeersdeelnemer.

Alleen overmacht in extreme situaties
Maar is dat eerlijk, vraag je je misschien af. Want stel dat de bestuurder helemaal niets aan het ongeval kon doen? Rechtbanken beslissen alleen anders in extreme situaties, namelijk als het verkeersgedrag van de niet-gemotoriseerde verkeersdeelnemers zo onverwacht was, dat de automobilist er in redelijkheid geen rekening mee kunnen houden. Er moet dan sprake zijn van opzettelijk of heel erg roekeloos gedrag waardoor het ongeval is ontstaan. Alleen dan is er sprake van overmacht.

Hogere vergoedingsplicht door de billijkheidscorrectie
Nadat de aansprakelijkheidsverdeling op basis van de 100%- of 50%-regel is vastgesteld, kan een zogenaamde billijkheidscorrectie alsnog leiden tot een hogere schadevergoedingsverplichting. Bij deze correctie wordt gekeken naar de specifieke omstandigheden van het geval. Het komt vaak voor dat bijvoorbeeld de ernst van de letselschade van de zwakkere verkeersdeelnemer leidt tot een hogere schadevergoedingsplicht dan 50% op grond van de billijkheidscorrectie.

Hulp van een advocaat
Bij een verkeersongeval waarbij een gemotoriseerde weggebruiker betrokken is, hebben voetgangers en fietsers veelal recht op volledige schadevergoeding, inclusief smartengeld en de kosten van rechtshulp. Het is verstandig om daarbij de hulp in te roepen van Leidse Letselschade Advocaten, om er zeker van te zijn dat alle schade door de verzekeraar van de veroorzaker wordt vergoed.

Gerben Janson

Joost van den Berg

Heeft u een ongeluk gehad of een vraag over letselschade? Gerben en Joost helpen u graag en staan u persoonlijk te woord. Vertel hier uw verhaal.